Volvo zegt diesel vaarwel
Op een bewolkte donderdag begin februari bouwden onze collega’s in Gent hun laatste dieselauto, een V60. En onlangs zag onze fabriek in Torslanda de laatste XC90-dieselauto van de productielijn rollen.
Deze gebeurtenissen markeren een enorme mijlpaal in de 97-jarige geschiedenis van ons bedrijf. Met deze stap zetten we een grote stap in de richting van onze ambities om een volledig elektrische autofabrikant te worden en om in 2040 een netto nuluitstoot van broeikasgassen te bereiken.
Dag diesel, hallo elektrisch
Onze dieselmotoren stonden lange tijd synoniem voor betrouwbaarheid en efficiëntie en betekenden decennia lang veel voor ons. Het succes van onze dieselwagens speelde inderdaad een belangrijke rol in onze evolutie naar een premiummerk.
De afgelopen jaren heeft de elektrische revolutie zich sneller ontwikkeld dan de meesten van ons zich hadden kunnen voorstellen. En het wordt grotendeels aangedreven door strengere regelgeving rond uitlaatemissies, maar ook door de vraag van klanten als reactie op de klimaatcrisis en het verlangen naar schonere stadslucht. Nog maar vijf jaar geleden was de dieselmotor ons brood en boter in Europa, net zoals dat voor de meeste andere autofabrikanten het geval was. Het merendeel van de auto’s die we in 2019 in Europa verkochten, reed op diesel, terwijl elektrische modellen net aan populariteit begonnen te winnen.
Tegenwoordig bestaat het grootste deel van onze verkopen op het continent uit geëlektrificeerde auto’s. Vorig jaar hebben we onze verkoop van volledig elektrische auto’s met 70 procent verhoogd, en ons wereldwijde elektrische marktaandeel met 34 procent. De cijfers spreken voor zich en onderstrepen dat de volledig elektrische richting waar we nu naartoe gaan de juiste is, en dat doen we met opgeheven vlag.
Hoewel onze toekomst inderdaad volledig elektrisch is, omvat ons gemengde portfolio een aantal uitstekende plug-in- en mild-hybride modellen en zal het fungeren als een perfecte brug naar die toekomst.